Er wordt mij vaak gevraagd welk van de vele Griekse eilanden nou toch het leukste/mooiste is. Daar moet ik het antwoord helaas schuldig op blijven, want ieder eiland is uniek, ze zijn onderling gewoon niet te vergelijken. Ik zal in deze blog met regelmaat een Griekse bestemming in het zonnetje zetten. Om scheve gezichten te voorkomen, doe ik dat in alfabetische volgorde en ook andere onderwerpen komen aan bod.
03-Jul-2019
De Acropolis, Korinthe, Mycene, Olympia; het zijn wereldberoemde historische plekken in Griekenland. Maar er zijn in Griekenland nog veel meer indrukwekkende archeologische vondsten gedaan. Hier volgen enkele minder bekende archeologische sites in Griekenland.
De tempel van Apollo Epikourios dateert uit de tweede helft van de 5e eeuw v.Chr. (420-400 v. Chr.). Hij is gebouwd als dankbetuiging aan de zonnegod Apollo, die er volgens de toenmalige bewoners van het gebied voor gezorgd had dat de pest hen tijdens de Peloponnesische Oorlog bespaard bleef. Het ontwerp van de tempel wordt toegeschreven aan Iktinos, de architect die ook het Parthenon in Athene heeft ontworpen. Het is een uitzonderlijke combinatie van Dorische, Ionische en Korintische bouwstijlen. De buitenste zuilen zijn Dorisch, 15 aan de lange zijden and 6 aan de korte zijden. De centrale zuil is Korintisch en draagt het oudste, tot nog toe ontdekte, Korinthische kapiteel. Deze zuil zou zijn gebouwd om de eerste zonnestralen van de zomerzonnewende te reflecteren, om zo het eeuwige licht van de god van de zon, Apollo, te symboliseren. De belangrijkste decoratie van de tempel, de marmeren Ionische Friezen, ondersteund door Ionische halve zuilen, zijn overgebracht naar het British Museum in Londen. Ze bestaan uit 23 marmeren platen met sculpturen van veldslagen met o.a. Hercules, Centauriërs en Amazones. De tempel werd in 1765 bij toeval ontdekt. In 1986 werd het als eerste Griekse monument op de lijst van Wereld Cultureel Erfgoed van UNESCO bijgeschreven en in 1987 werd een tent over de tempel geplaatst om het bouwwerk te beschermen tegen verdere erosie, met name door de vorst. Men is er volop bezig met restauratiewerkzaamheden.
De restanten van de oude stad Kassopi, midden 4e eeuw v. Chr., liggen op een hoog plateau tegen de berghellingen van het Zalongo gebergte met uitzicht op zee. Het wordt beschouwd als één van de best bewaarde voorbeelden van een stad gebouwd volgens het Hippodamische systeem - genoemd naar de Griekse architect en stedenbouwkundige Hippodamus van Milete uit de 5e eeuw v.Chr. - met elkaar recht kruisende straten die de stad in blokken verdelen. In de 3e eeuw v. Chr. kende de stad een grote bloeiperiode en een eigen munt. Rond 168-167 v.Chr. werd de stad door de Romeinen verwoest.
Vandaag de dag zijn er nog restanten te zien van o.a. de vestingmuren, woningen, de noordelijke stoa, de katagogeion (gastenverblijven en/of workshops/winkels), het altaar van Venus en een heiligdom voor Afrodite, een ondergronds mausoleum, begraafplaatsen en bijna niet meer als zodanig te herkennen; het odeon en het theater.
Op ongeveer 30 km van Kalamata, op de Peloponnesos, ligt de oude stad Messini. De stad werd in 369 v. Chr. gesticht door de Thebaanse generaal Epaminondas, na de slag bij Leuktra, waar hij de Spartanen versloeg en de Messeniërs bevrijdde van de Spartaanse overheersing. De opgraving beslaat een omvangrijke oppervlakte, bezaaid met tempels, huizen, vestingmuren en openbare gebouwen, die in goede staat bewaard zijn gebleven. Met name het theater, het stadium en het gymnasium spreken tot de verbeelding. Tussen het theater en de agora lag de fontein van Arsinoë, de dochter van de legendarische koning van Messenië, Leukippos en moeder van Asklepios. De fontein werd gevoed door de bron Klepsidra en werd tot de 6e eeuw na Chr. gebruikt. Het belangrijkste complex van de stad was het Asklipeio, het centrum van het sociale leven. De naam doet vermoeden dat het gewijd was aan Asklepios en dat klopt, hoewel niet als de god van de geneeskunde, maar als de beschermer van de stad.
Het oude Nemea is de plaats waar Heracles de woeste Nemeïsche leeuw doodde, als de eerste van zijn twaalf taken, die hem werden opgedragen als straf voor het doden van zijn vrouw en kinderen in een vlaag van waanzin. Nemea is net als Olympia één van de vier plaatsen waar de Panheleense Spelen gehouden werden en dan met name atletiekwedstrijden. Ze begonnen voor het eerst in 573 v. Chr. naar aanleiding van de dood van prins Opheltes, de zoon van de Nemeïsche koning Lykourgos en zijn vrouw Eurydike. Hoewel de archeologische site van Nemea momenteel de belangrijkste van de regio is, moet u wel bedenken dat het geen stad was. Het complex omvatte alleen sportfaciliteiten, de tempel van Zeus en alle benodigde gebouwen en infrastructuur om de spelen te organiseren. Het terrein was, op enkele priesters na, onbewoond. Drie van de negen zuilen van de tempel van Zeus zijn altijd blijven staan, de andere zes zijn opnieuw opgestapeld met de oorspronkelijke delen, die her en der verspreid lagen. Het 178 m lange stadion bood plaats aan 30.000 toeschouwers. Sinds 1996 worden hier weer de Nemeïsche Spelen georganiseerd en iedereen mag deelnemen. In tegenstelling tot het oude Nemea was het oude Fliounta een grote stad met ongeveer 15.000 inwoners. Fliounta met haar acropolis ligt op ca. 3 km van de huidige stad Nemea, temidden van de wijngaarden van de regio, waar de beroemde Nemea wijn gemaakt wordt, die ook wel bekend staat als 'het bloed van Heracles'.
Het best bewaarde Myceense paleis in Griekenland is het paleis van Nestor, de beroemde koning van Pylos, die met 90 schepen deelnam aan de Trojaanse oorlog. Het werd rond de 13e eeuw v. Chr. gebouwd in opdracht van de koning en ligt op de Epano Eglianos heuvel op ca. 14 km van Pylos. Het paleis beslaat een oppervlakte van 170 x 90 m en bestaat uit drie verschillende hoofdvleugels, die op hun beurt weer zijn onderverdeeld in 105 appartementen. Het was twee verdiepingen hoog, waarvan de tweede verdieping werd bewoond door de vrouwen. De hoofdingang wordt gekenmerkt door een zuil in het midden van de opening. De grote rechthoekige troonzaal met de ronde open haard, het bad met de keramische kuip, de talrijke voorraadvaten en kleitabletten met teksten in Linear B worden als de belangrijkste vondsten beschouwd. Het zuidwestelijke gebouw werd het 'Paleis van Neleus' genoemd, naar de vader van Nestor, en lijkt ouder te zijn dan het hoofdgebouw, dat als het 'Paleis van Nestor' wordt beschouwd. Het complex fungeerde als het administratieve, politieke en financiële centrum van het Myceense Messenië. Laat 13e eeuw - begin 12e eeuw v. Chr. werd het complex bijna volledig verwoest door een grote brand en het is later nooit herbouwd. De talrijke archeologische vondsten van de site worden bewaard in het archeologisch museum van het 4 km verderop gelegen dorp Chora en in het archeologisch museum van Messinia, dat zich in Kalamata bevindt. Op de site is men nog steeds bezig met archeologisch onderzoek.
Nikopolis, 'de stad van de overwinning', is waarschijnlijk de grootste stad van het oude Griekenland, maar toch vrij onbekend. Het ligt op ongeveer 8 km van Preveza en werd gebouwd door de Romeinse keizer Octavianus na de slag bij Aktion, toen hij de vloot van Cleopatra versloeg. In 31 v. Chr. richtte hij hier het monument van Augustus op, gewijd aan Mars, Poseidon en Aktion Apollo. De enorme vestingmuren van de stad zijn indrukwekkend, evenals het odeon, dat in tegenstelling tot de meeste theaters in Griekenland niet tegen een natuurlijke helling ligt, maar volledig is opgebouwd in drie opeenvolgende galerijen. In de zomermaanden worden er concerten en toneelstukken opgevoerd. De watertoren had een 50 km lang aquaduct waardoor het water uit de bronnen van de Louros rivier naar de twee wateropslagplaatsen van de Nymfaion fontein in Nikopolis werd geleid. Het theater, dat ten zuidoosten van het monument van Augustus ligt (10 minuten rijden!), bestond waarschijnlijk uit twee verdiepingen, met drie boogpoorten. Binnen de vestingmuren bevonden zich 4 basilieken uit ca. 400 - 600 na Chr., waarvan nog enkele mooie mozaïeken te zien zijn. Veel van de opgegraven vondsten zijn te zien in het archeologisch museum van Preveza.
Tegenwoordig ligt de opgraving van Oiniades ongeveer 20 km van de kust, maar het oude Oiniadai was een havenstad aan de westelijke oever van de monding van de Achelous rivier en één van de belangrijkste steden van het oude Akarnania. De stad had nauwe banden met het eiland Kerkyra. De strategische ligging op de heuvel Trikardos, temidden van moerassen, bood een goede bescherming tegen indringers. Oeniadai werd voor het eerst genoemd in de 5e eeuw v. Chr. en kende grote bloei tijdens de klassieke en Hellenistische periode. De stad bleef bewoond tot in de 3e eeuw na Chr.. De vestingmuren zijn goed bewaard gebleven en de afzonderlijk versterkte acropolis, aan de oostzijde, heeft vijf torens en staat via een poort in verbinding met de stad. Ook de haven was versterkt, met de zogenaamde 'Kokkinipyrgos' (rode toren) en de nabijgelegen poort 'Avloporta'. De agora van de oude stad lag op een natuurlijk plateau ten zuidoosten van het theater. Het theater werd in drie fasen gebouwd, het oudste deel dateert uit het midden van de 4e eeuw v. Chr., het tweede stamt uit het begin van de 3e eeuw v. Chr. en het laatste uit de Romeinse periode. Het bestond uit 27 rijen stoelen, verdeeld in 11 delen door 10 trappen. Het oostelijke deel ervan is uitgehouwen uit de rotsen, terwijl het westelijk deel uit lokale grijze kalksteen is opgetrokken. Het podium heeft een diameter van 16,22 m en werd omsloten door een overdekt kanaal, waar regenwater in opgevangen werd. ’s Zomers wordt er het Oiniades Festival gehouden met concerten en toneelvoorstelligen. Aan het noordelijke uiteinde van de haven zijn baden gevonden, waarschijnlijk uit de 1e eeuw v. Chr.. Een uniek monument is het neorion, de oude scheepswerf, ten westen van de oude haven. Het is grotendeels uit de kalkstenen rotsen uitgehakt en bood plaats aan zes schepen.
Het Amfiareion van Oropos ligt op ca. 37 km ten noordoosten van Athene. Het heiligdom uit het einde van de 5e eeuw v. Chr. was gewijd aan de held Amfiaraos en werd bezocht door pelgrims voor oraculaire raad en genezing. Het is gebouwd bij een heilige bron en bevatte naast de tempel van Amfiaraos (met een acrolithisch - uit verschillende materialen vervaardigd - cultusbeeld), een theater, een stoa en bijbehorende gebouwen. Het terrein strekt zich uit over 240 m langs het stroombed van de beek Charadra, ten noordoosten van de tempel. Aan de zuidoostkant van de beek zijn verscheidene overblijfselen van bouwwerken (waarschijnlijk woningen) een agora en een bijzonder goed bewaard gebleven klepsydra (waterklok) gevonden. In het Amfiareion vonden, behalve jaarlijkse festivals, eens in de 5 jaar de Megala Amfiareia plaats. Deze omvatten muzikale wedstrijden, atletische spelen en paardenrennen, en werden bezocht door artiesten, atleten en bezoekers uit heel Griekenland, Italië en Klein-Azië. De deelnemers en bezoekers kwamen aan in de nabijgelegen haven van de toenmalige stad Oropos. Deze spelen worden vermeld op twee inscripties uit de late 5e tot begin 4e eeuw v. Chr. en een lijst van winnaars, daterend van vóór 338 v. Chr..
Het oude Pella was vanaf het einde van de 5e tot de vroege 4e eeuw v. Chr. de hoofdstad van Macedonië in Noord-Griekenland en ligt ongeveer 39 km ten noordwesten van Thessaloniki. Het is de geboorteplaats van Alexander de Grote. De stad werd gebouwd volgens het Hippodamisch systeem met brede straten, waaronder zich een uitstekende riolering bevond. De archeologische site omvat een deel van de woonwijk van de stad, met huizen, zuilengalerijen en binnenplaatsen, een deel van de agora, tempels en het koninklijk paleis, waar Alexander de Grote geboren en getogen is. Het paleiscomplex lag op een heuvel in het noorden van de stad. Het had een oppervlakte van 60.000 m² met langs de gehele zuidzijde een soort veranda met uitzicht over de uitgestrekte vlakte tot aan de Thermaïsche Golf. Het centrale deel van dit complex stamt uit het einde van de eerste helft van de 4e eeuw v.Chr., wat suggereert dat het gebouwd is door koning Philippus II, de vader van Alexander de Grote. Bij opgravingen door de Griekse archeologische dienst kwamen fresco’s en mozaïekvloeren aan het licht met scènes als een leeuwenjacht, een hertenjacht, de ontvoering van Helena door Theseus, en de god Dionysos op de rug van een panter.
Op het terrein bevindt zich het archeologisch museum van Pella, waar naast vondsten van de site ook vondsten uit de wijdere omgeving tentoongesteld worden. De collectie bestrijkt een periode vanaf het neolithische tijdperk tot de Romeinse periode met als hoogtepunten de fraaie mozaïekvloeren van Pella en het marmeren hoofd van Alexander de Grote.
Stratos ligt aan de westelijke oever van de rivier de Achelous, 9 km ten noordwesten van de stad Agrinio. De ruïnes van het oude Stratos liggen op een heuvel, ongeveer 500 m ten noorden van het huidige dorp. In de antieke periode was deze vestingstad de hoofdstad van de regio Akarnania. De ligging aan de noordrand van de vruchtbare vlakte van Achelous en aan de noordzijde afgeschermd door de omringende bergen, maakte het tot een centrum van groot militair belang. Vandaag de dag zijn er overblijfselen van de stadsmuren, de oude agora, de tempel van Zeus Stratios en het redelijk intacte theater te bewonderen. De tempel staat op de top van een versterkte heuvel aan de noordwestkant van de stad. De bouw van de tempel begon in 321 v. Chr. in hexastyle in de Dorische orde met Korinthische zuilen in de naos - het heilige der heiligen - maar hij werd nooit voltooid, waarschijnlijk als gevolg van gevechten tegen de Aetoliërs. Het theater van Stratos, dat plaats bood aan ongeveer 6.000 toeschouwers, bevindt zich binnen de vestingmuren van de oude stad tegen een lage heuvel met uitzicht op de rivier de Achelous en zijn vallei. Het podium met een doorsnede van ca. 15,5 m en het drainagekanaal rond de noordelijke helft en de onderste rijen zitplaatsen zijn het best bewaard gebleven. Op het terrein vinden nog steeds archeologische opgravingen plaats.
Ca. 20 km ten oosten van Athene, bij het kustplaatsje Vravrona, ligt een archeologische site, die sinds de 8e eeuw v.Chr. als het meest beroemde Artemis heiligdom van Attica bekend stond. Artemis, de godin van de vruchtbaarheid en de jacht werd op deze plek vooral aanbeden als de beschermster van vrouwen tijdens de bevalling en hun baby's. Vrouwen die een goede bevalling hadden, schonken hun kleding en persoonlijke spullen aan de godin, terwijl de kleding van vrouwen die tijdens de bevalling overleden, naar het graf van Iphigeneia in de heilige grot werd gebracht. Iphigeneia werd beschouwd als een godin van de onderwereld. Om de vier jaar vond er een festival plaats ter ere van Artemis. Een parade met meisjes van 5 tot 10 jaar oud trok vanuit het centrum van Athene naar de tempel. Ze waren gekleed in berenvachten en namen deel aan rituelen die de overgang van kinderjaren naar jeugd en vruchtbaarheid symboliseerden.
Er zijn restanten te zien van de tempel van Artemis, uit de eerste helft van de 5e eeuw v. Chr., de grote Dorische stoa uit 425 - 415 v. Chr., de stenen brug over de rivier Erasinos, de heilige bron, de tempel van Iphigeneia en de ingestorte grot.
Veel van de vondsten zijn te zien in het archeologische museum van Vravrona, waaronder enkele unieke beeldhouwwerken van kinderen. Beelden van kinderen uit deze periode zijn zeldzaam, omdat Griekse kunstenaars toen voornamelijk jonge mannen uitbeeldden.