Er wordt mij vaak gevraagd welk van de vele Griekse eilanden nou toch het leukste/mooiste is. Daar moet ik het antwoord helaas schuldig op blijven, want ieder eiland is uniek, ze zijn onderling gewoon niet te vergelijken. Ik zal in deze blog met regelmaat een Griekse bestemming in het zonnetje zetten. Om scheve gezichten te voorkomen, doe ik dat in alfabetische volgorde en ook andere onderwerpen komen aan bod.
01-Nov-2019
Waarom is deze datum zo belangrijk voor Griekenland en waarom draagt de meest beruchte terroristische groepering van Griekenland deze datum als naam?
Op 17 november herdenken de Grieken, met name de scholieren en studenten, de studentenopstand van 17 november 1973 tegen de junta en vieren ze de val van het kolonelsregime en het herstel van de democratie.
Stylianos Pattakos, Georgios Papadopoulos en Nicholas Makarezos
Griekenland bevond zich van 21 april 1967 tot 24 juli 1974 onder een militaire junta.
In mei 1967 zouden in Griekenland nieuwe verkiezingen worden gehouden. De conservatieven vreesden voor een linkse meerderheid en dat het land daarmee onder communistische invloed zou komen. Om dat te voorkomen pleegde in de vroege ochtend van 21 april 1967 een groep officieren van het Griekse leger (voornamelijk kolonels) een staatsgreep en vormde direct daarop een militaire junta onder leiding van Georgios Papadopoulos, die het premierschap en enkele ministersposten op zich nam. De junta zag zichzelf niet als links of rechts, maar als "nationaal-Grieks". Het regime had echter een bijzonder anti-communistisch karakter en kon gerust rechts genoemd worden. Na het buitenwerking stellen van de grondwet, stelde het kolonelsregime hervormingen ten gunste van de boeren en arbeiders en een nieuwe grondwet in het vooruitzicht met een vage belofte van herstel van de democratie in de toekomst. Het regime werd gekenmerkt door het afschaffen van burgerrechten, het ontbinden van politieke partijen en het verbannen, gevangen nemen en martelen van zowel politici als burgers met politieke overtuigingen die in strijd waren met het bewind.
Terwijl de Europese Gemeenschap zich in eerste instantie op de vlakte hield, werd het regime openlijk gesteund door de VS, die liever niet zagen dat Griekenland een linkse regering zou krijgen. Toenmalig vice-president van de VS, Spiro Agnew, betitelde de junta zelfs als "het beste wat Griekenland kon overkomen sinds Pericles het oude Athene regeerde." De VS leverden ook wapens aan het kolonelsregime. Toen de EG zich later kritischer uitliet over het regime, verliet Griekenland op 12 december 1967 uit eigen beweging de Raad van Europa.
In december 1967 pleegde een aantal officieren in opdracht van koning Constantijn II een mislukte contrastaatsgreep, waarna de koning naar het buitenland vertrok en op 13 augustus 1968 pleegde de student Alexandros Panagoulis een aanslag op kolonel Papadopoulos, die mislukte. De junta deed verscheidene pogingen om de koning weer terug te halen naar Griekenland, maar zonder succes. Daarop reorganiseerde Papadopoulos zijn kabinet en maakte de militaire dictatuur plaats voor een persoonlijke. In juli 1970 werd de junta vervangen door de Revolutionaire Raad, maar daarin zaten dezelfde militairen als in de junta. Op 1 juni 1973 riep Papadopoulos de republiek uit en na een dubieus referendum op 29 juli werd hij op 19 augustus beëdigd als president. Hij begon een proces van liberalisering van het regime, waaronder de vrijlating van een aantal politieke gevangenen en gedeeltelijke opheffing van de censuur. Vanaf dat moment kwam de oppositie in actie en ontstond openlijk verzet, waaronder de studentenopstand. Dit betekende het einde voor het bewind van Papadopoulos. Op 25 november 1973 nam generaal Dimitrios Ioannidis de macht over en na het herstel van de democratie in juli 1974, werd Papadopoulos in augustus 1975 ter dood veroordeeld. In 1976 werd de doodstraf omgezet in levenslange gevangenisstraf. Hij stierf in gevangenschap op 27 juni 1999.
Studentenopstand, 17 november 1973
In de winter van 1972 wilden de studenten vrije verkiezingen houden voor hun studentenraden binnen de universiteiten, waarop er een conflict ontstond met de kolonels, die ook daar de touwtjes in handen hadden. Begin februari 1973 besloten de studenten om hun colleges niet meer bij te wonen en verzamelden ze zich op de campus van de Technische Universiteit van Athene. Op 13 februari vond een grote demonstratie plaats en de junta schond het universitaire asiel en beval de politie om in te grijpen. Op 21 februari bezetten ongeveer 3.000-4.000 studenten samen met zo’n 20.000 sympatisanten het gebouw van de rechten faculteit van de Universiteit van Athene, maar uiteindelijk moesten ze zich ook daar gewonnen geven. Op 14 november 1973 verzamelden studenten van alle Atheense universiteiten zich op de campus van de Technische Universiteit van Athene, de ‘Polytechniou’, zoals het instituut in de volksmond wordt genoemd, en begonnen een radiostation, het enige vrije mediastation in die tijd. Hun slogan luidde: "Dit is de Polytechnische... Dit is de Polytechnische... Mensen van Griekenland, u hoort nu de waarheid. We zijn ongewapend... Ons enige wapen is ons geloof in vrijheid." Ze verzochten de kolonels om af te treden, zodat er vrije verkiezingen gehouden konden worden en vroegen iedereen om hen te steunen bij hun verzet. Ongeveer 100.000 mensen kwamen naar het universiteitsterrein om de studenten steun te betuigen. Papadopoulos kondigde de noodtoestand af en de regering besloot de demonstratie met geweld te ontbinden. Rond 02.00-03.00 uur in de ochtend van 17 november werden tanks ingezet om de campus van de universiteit binnen te dringen. Eén daarvan ramde de campuspoort, waarbij protesterende studenten gedood werden. 24 mensen kwamen om en honderden demonstranten raakten gewond die nacht.
17 november monument
Jaarlijks wordt de studentenopstand op alle Griekse scholen herdacht en de val van het kolonelsregime en het herstel van de democratie gevierd. In Athene wordt dit gedaan middels een mars die begint bij de ‘Polytechniou’ en eindigt bij de Amerikaanse ambassade.
Jong en oud loopt mee in deze herdenkingsmars, de meerderheid te jong om zich de gebeurtenissen te kunnen herinneren. In de jaren ’80 liet het universiteitsbestuur een monument plaatsen ter nagedachtenis aan de bloedige gebeurtenissen. Het is een bronzen beeld van een hoofd van een jonge student, gemaakt door de kunstenaar Agamemnon Makris (1913-1993), die zelf ook deelnam aan het verzet tegen de junta. Naast het bronzen hoofd ligt een deel van het hekwerk dat op 17 november 1973 door tanks werd verwoest. Elk jaar worden op 17 november bloemen gelegd bij het monument, waarbij rode anjers en rozen de boventoon voeren en in de collegezalen van de universiteit zijn tentoonstellingen te zien en worden foto’s en fimopnamen van de studentenopstand getoond.
Ondanks de "rode" boventoon, is 17 november uitgegroeid tot één van de belangrijkste feestdagen van Griekenland, samen met de Griekse onafhankelijkheidsdag op 25 maart en "Ochi (Nee) dag" op 28 oktober.
Vlag van de Revolutionaire Organisatie 17 november
Er wordt wel beweerd dat, ondanks de onmiskenbare moed en heldhaftigheid van de studenten in 1973, de 17 november vieringen geëxploiteerd worden door extreem links. Erger nog; de dag wordt nu geassocieerd met de gelijknamige terroristische organisatie.
De Revolutionaire Organisatie 17 november (Επαναστατική Οργάνωση 17 Νοέμβρη), ook bekend als 17 N of N 17, is een Marxistische terroristische organisatie die in 1973 werd opgericht om wraak te nemen op de junta, vanwege de geweldadige beëindiging van de studentenopstand op die datum en kreeg zo haar naam.
De groep heeft haar anti-westerse opstelling na het herstel van de Griekse democratie voortgezet. 17 N verzet zich bitter tegen de Griekse deelname aan de NAVO. Andere speerpunten zijn het opdoeken van Amerikaanse militaire bases op Grieks grondgebied, het verbreken van de banden van Griekenland met de Europese Unie en het beëindigen van de Turkse militaire bezetting op Noord-Cyprus.
De eerste bekende aanval van de organisatie kwam in december 1975, toen de chef van de CIA in Athene werd neergeschoten. Sindsdien heeft de groep de verantwoordelijkheid opgeëist voor 103 gewapende overvallen, moordaanslagen en bomaanslagen, waarbij 23 mensen werden gedood. De eerste aanvallen van 17 N waren gericht op hoge Amerikaanse functionarissen en Griekse publieke figuren, maar in de jaren ’80 breidde de groep haar activiteiten uit met bankovervallen om hun activiteiten te kunnen financieren, maar ook met bomaanslagen waar gewone burgers slachtoffer van werden. De meeste anti-terreurdeskundigen denken dat de organisatie niet meer dan 25 leden had, waarvan de meesten aan elkaar gerelateerd waren, en dat dat wellicht verklaart waarom de groep bijna drie decennia kon opereren, zonder gepakt te worden.
Onder de toenemende druk om de terroristen op te sporen vóór de Olympische Spelen van 2004, kwam er voor de Griekse politie in juli 2002 een grote doorbraak in het onderzoek en werden de eerste 17 N leden gearresteerd. Na de arrestatie van het meerendeel van de leden werd de groepering ontbonden. In december 2003 werden 15 leden van de groep veroordeeld voor verschillende misdaden, waaronder moord. De leider van de groep en verschillende sleutelfiguren kregen levenslang.
De Griekse autoriteiten denken echter dat er nog steeds een aantal splintergroeperingen van de 17 N actief zijn, zoals ‘Revolutionaire Strijd’ (Επαναστατικός Αγώνας), de groep die de verantwoordelijkheid opeiste voor het afvuren van een raketwerper op de Amerikaanse ambassade in Athene in januari 2007.